Wat rond surfend op internet kwam ik een interessante data verzameling tegen. Bij de afgelopen verkiezingen werden er al peilingen uitgeboerd met bv analyses van het twitterverkeer. Google analyseerd ook de zoekopdrachten en kwam er zo achter dat het zoeken met bepaalde zoekopdrachten een indicator was voor het echt ziek zijn. Erg boeiend.
zaterdag 29 september 2012
maandag 20 juni 2011
Groei van aantal zorgleerlingen
Wat betekent de groei van het aantal zorgleerlingen voor de publieke gezondheidzorg?
Zie het bericht op de website van de rijksoverheid (ook met de verschillende linken)
In de media zijn in de afgelopen periode verschillende berichten verschenen over de groei van het aantal zorgleerlingen. Om aan alle verwarring een einde te maken, volgen hier de definities van zorgleerlingen en informatie over de ontwikkeling van de aantallen zorgleerlingen.
Als wordt gesproken over zorgleerlingen, kan een onderscheid worden gemaakt tussen ‘lichte’ en ‘zware’ zorgleerlingen. Onder ‘lichte zorg’ wordt verstaan de extra ondersteuning die gegeven wordt aan leerlingen met indicaties voor speciaal basisonderwijs (sbao), leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). Onder ‘zware zorg’ wordt verstaan de extra ondersteuning die gegeven wordt aan leerlingen met indicaties voor leerlinggebonden financiering (lgf) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so).
Leerlingenaantallen
In de periode tussen 2003 en 2009 is het aantal leerlingen met ‘lichte’ zorg gedaald van afgerond 166.000 in 2003, naar afgerond 160.000 in 2009 (een daling van 4%). Het aantal ‘zware’ zorgleerlingen is in dezelfde periode gestegen van afgerond 65.000 naar afgerond 107.000 leerlingen (een stijging van 65%). De totale groep zorgleerlingen (zowel lichte als zware zorg) is gestegen van afgerond 231.000 in 2003 naar afgerond 266.000 in 2009 (een stijging van 15%).
Beantwoording Kamervragen
In beantwoording op Kamervragen heeft minister Van Bijsterveldt de Tweede Kamer op 19 april 2011 nader geïnformeerd over de aantallen zorgleerlingen. Zoals de minister in haar brief ‘Naar passend onderwijs’ van 31 januari 2011 aan de Kamer schreef, is het aantal leerlingen met een indicatie voor ‘zware zorg’ sinds 2003 met 65 procent gestegen. Deze forse groei is de basis voor de bezuinigingen op passend onderwijs.
Zie het bericht op de website van de rijksoverheid (ook met de verschillende linken)
In de media zijn in de afgelopen periode verschillende berichten verschenen over de groei van het aantal zorgleerlingen. Om aan alle verwarring een einde te maken, volgen hier de definities van zorgleerlingen en informatie over de ontwikkeling van de aantallen zorgleerlingen.
Als wordt gesproken over zorgleerlingen, kan een onderscheid worden gemaakt tussen ‘lichte’ en ‘zware’ zorgleerlingen. Onder ‘lichte zorg’ wordt verstaan de extra ondersteuning die gegeven wordt aan leerlingen met indicaties voor speciaal basisonderwijs (sbao), leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). Onder ‘zware zorg’ wordt verstaan de extra ondersteuning die gegeven wordt aan leerlingen met indicaties voor leerlinggebonden financiering (lgf) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so).
Leerlingenaantallen
In de periode tussen 2003 en 2009 is het aantal leerlingen met ‘lichte’ zorg gedaald van afgerond 166.000 in 2003, naar afgerond 160.000 in 2009 (een daling van 4%). Het aantal ‘zware’ zorgleerlingen is in dezelfde periode gestegen van afgerond 65.000 naar afgerond 107.000 leerlingen (een stijging van 65%). De totale groep zorgleerlingen (zowel lichte als zware zorg) is gestegen van afgerond 231.000 in 2003 naar afgerond 266.000 in 2009 (een stijging van 15%).
Beantwoording Kamervragen
In beantwoording op Kamervragen heeft minister Van Bijsterveldt de Tweede Kamer op 19 april 2011 nader geïnformeerd over de aantallen zorgleerlingen. Zoals de minister in haar brief ‘Naar passend onderwijs’ van 31 januari 2011 aan de Kamer schreef, is het aantal leerlingen met een indicatie voor ‘zware zorg’ sinds 2003 met 65 procent gestegen. Deze forse groei is de basis voor de bezuinigingen op passend onderwijs.
maandag 16 mei 2011
Linked in voor JGZ
Prezie (presentatie nieuwe stijl) over het hoe en waarom van linked-in voor de JGZ. Gemaakt door Rianne Reijs.
maandag 28 maart 2011
Werkbezoek GGD Zuid-oost Brabant (4)
Presentatie Nieuwe werkwijze: Anyal Verduin.
Om deze nieuwe werkwijze in te voeren heeft de organisatie met een projectgroep het concept ontwikkeld en daarna een implementatieplan gemaakt. Belangrijk onderdeel hierin was
de opleiding/scholing voor elke onderzoeksgroep gemaakt.
Met name voor de dokterassistente waren de veranderingen het grootst. Zij hebben dan ook een intern ontwikkelde opleiding genoten in :
- Gesprekstechnieken
- Theoretische achtergrond lichamelijke ontwikkeling
- Omgang met vragenlijsten
- Gezond/risico gedrag psycho-sociale ontwikkeling en leefstijl
- 40 uur coaching in de praktijk door arts of verpleegkundige
- Certificering
Daarnaast zijn er ook multi-disciplinaire teambesprekingen nav onderzoeken ingevoerd.
Ook is er gekozen voor een fasegewijze invoering. één nieuw contactmoment per schooljaar.
Nu loopt er nog een denktank die als doel heeft om kritische te blijven kijken naar het proces (wat gaat goed en wat minder) en ook bij te dragen aan de verdere innovatie en ontwikkeling.
Werkbezoek GGD Zuid-oost Brabant (3)
De basiskeuze voor de risico signalering voor GGD ZOB zijn:
-Het basistakenpakket JGZ.
Extra argumenten om te kiezen voor het balansmodel van Bakker is de samenwerking met het consultatiebureau, de samenwerking met de GGZ en de samenwerking in de verwijsindex ('zorg voor jeugd).
De basisvraag is dan: Wat willen we weten en waarom? En wat doen we er vervolgens mee. als er niets mee gedaan wordt, is er ook geen reden om het te vragen.
Als dit duidelijk is, is de vervolgvraag: Hoe komen we hier achter en wat hebben we hier voor nodig.
Voor-Triage: Risico signalering in het proces: 3 bronnen
1) Leerkracht/mentor: Is het een zorgleerling?
(Zo ja, wordt deze dan besproken in het zorgoverleg)
Digitale signalering.
2) Dossier
3) Ouders: Basisonderwijs: SDQ, Voortgezet onderwijs: aanvullende vragenlijst.
3) Leerling: Basisonderwijs, vragen uit SDQ, Voortgezet onderwijs (Kivpa)
Een eerste risico door één van de bronnen is al reden om op te roepen voor onderzoek bij VK (zonder triage).
Na onderzoeken hele klas is er een nabespreking met het JGZ team en met School. Ook neemt de JGZ deel aan de zorgoverleggen.
Deze Voor-Triage duurt 2 minuten per kind en is een Triage naar twee mogelijke onderzoekslijnen:
Groep 2 naar arts/ass, of naar Ass
Groep 7 naar VK of Ass
VO: naar VK (soms ook arts) of ass
donderdag 24 maart 2011
Werkbezoek GGD Zuid-oost Brabant (2)
Algemene inleiding door Marjo Blom.
Visie op JGZ:, (Normaliseren ipv problematiseren, JGZ risicotaxatie, JGZ stelt goede vragen en zorgt dat er actie komt wanneer nodig, JGZ adviseert).
Het project Go4Risk van GGD BZO behelst een verandering van de werkwijze van JGZ (voor Triage), en een verbetering (efficiëntie) en voor met name de assistenten een opleidingtraject.
Voor(triage)
1)scholen worden met behulp van Brin scores, Ses en ervaring van medewerkers aangemerkt als riscio volle school of niet.Scholen met hoog risico (vmbo, bbl, praktijkschool) krijgen niet altijd Triage maar daar wordt nog het gewone onderzoek uitgevoerd, door de artsen.
2) met behulp van drie bronnen: ouders, ib/mentor, kind/dossier info worden kinderen bij de "juiste professional opgeroepen.
Klas 2: Gedigitaliseerde uitvraag aan ouders, mentoren en kinderen. De kinderen vullen deze vragenlijst in in een mentorles in het computerlokaal. Deze uitvraag (enquetetool) komt in een excelscheet uit, wordt verwerkt in scores en overzichtelijk gepresenteerd voor JGZ team. Op grond van deze scores wordt bekeken of een kind (ouders mogen ook mee komen) wordt uitgenodigd bij VK of assistent.
Proces van 'aanvraag school tot nabespreking' duurt 6 weken. Door in blokken van 7 weken te werken blijft workload overzichtelijk.
Een onderzoek van ZonMW moet gaan bekijken of deze digitale VoorTriage net zo effectief is als een menselijke VoorTriage.
Een andere onderzoeksvraag ZonMW gaat over de overdracht van 0-4 naar 4-19
Groep 7: Vragenlijst,ib-er en dossier bepalen waar kinderen opgeroepen worden. Bij de VK of bij de assistente. Deze doen beide het volledige onderzoek. VK krijgt iets meer tijd per kind (40 min)
Groep 2: Leerkrachtvragenlijst, dossier (samenvatting cb en groeicurve). Bij twijfel notie assistente. Vanuit deze voortriage naar Assistent, Assistent/arts of VK.
Overdracht 0-4 naar 4-19 in drie smaken: vervroegd, warm en koud
Efficientie:
Tijdsbesparing door goede bronbestanden (zoals adressen, namen ib-ers, scholen, postcode gebieden enz.)
Bedrijfsmatige blik (managers bedrijfsbureau heeft bedrijfsmatige achtergrond). Hier wordt veel gemeten (hoeveel aanvragen voor schoolplanningen komen er op welk moment).
Ook is de uitnodigingsbrief ontdaan van alle onnodige ballast. In de uitnodigingsbrief staat alleen wanneer ouders, waar verwacht worden en hoe ze de ggd kunnen bereiken om wat te vragen/wijzigen.
REchtstreeks verwijzen naar GGZ (deed men al langer). Uit onderzoek bleek dat de JGZ een 100% zuivere doorverwijzing had. Ten opzicht van de huisartsen die in 70% van de gevallen zuiver doorverwees. Een zuivere doorverwijzing levert niet direct een efficiëntie op in de JGZ zelf maar wel in de efficiëntie van de GGZ.
Aandachtspunten: door het losweken van arts met de assistent is het van belang dat het team regelmatig bij elkaar komt. Dit zijn in beginsel de arts,VK en assisten van de school. De assistent bespreekt iig na met de verantwoordelijke VK of arts.
Niet alle assistenten doen alle leeftijden. Er is een vrij groot verschil in leeftijden en dat vereist ook andere vaardigheden. Een enkeling doet op basis van compenties alle leeftijden.
Doorontwikkelpunten: overdracht, Arts in "tweede" lijn, logopedie uit basispakket
Psycholooog/gedragswetenschapper geen direct kindcontact meer alleen consult, Sterke relatie tussen GBE en JGZ.
Werkbezoek GGD Zuid-oost Brabant (1)
Vandaag (24 maart) zijn we met een delegatie op werkbezoek geweest bij GGD Zuid-Oost Brabant. Aanleiding was een eerder werkbezoek in Limburg. GGD ZOB heeft ons zeer vriendelijke ontvangen met een uitgebreid programma over:
- bedrijfsbureau JGZ,
- het nieuwe werken,
- de nieuwe werkwijze Go4Risk,
- JGZ index
- bedrijfsvoeringsinstrument,
- Leren en ontwikkelen,
- inhoudelijke ontwikkeling disciplines,
- rol van de arts in de nieuwe werkwijze.
Aanleiding tot de verandering bij GGD ZOB waren kerntakendiscussie (die eerder GGD Gelderland-midden al had aangezwengeld door de ontwikkeling van de Triagemethodiek.) maar die ook door de fusie met een andere GGD gevoerd moest worden. Een andere invalshoek was de beweging tot het Het Nieuwe Werken waarmee de GGD fysiek, virtueel en ook mentaal een omslag in werkhouding moest krijgen. Een laatste aanleiding zijn de bezuinigingsvraagstukken waarbij de kaasschaafmethode niet meer haalbaar bleek en het dus belangrijk was om terug te gaan naar de kernvraagstukken: Waartoe dient de JGZ, wat is de meerwaarde, waar zit de kracht van de JGZ.
In deze weblog zal ik (maar hopenlijk ook andere deelnemers aan het werkbezoek) verslag doen van alles wat we gehoord hebben zodat meer mensen hier gebruik van kunnen maken.
Abonneren op:
Posts (Atom)